Nog een week en dan vindt het tweede concert uit de serie “Muziek om de Hoek” plaats. Het is te hopen dat de organisatie 7 augustus meer geluk heeft dan bij het openingsconcert. Harry Bodifée doet verslag van het openingsconcert.
Het thema ‘Opera om De Hoek’ voor het openingsconcert vergt natuurlijk drama. Een beetje opera begint met voorbodes van onheil, zo de misère niet meteen al ten tonele geworpen wordt. Heldin/held ondergaat vervolgens een serie moeizame episodes. Tot slot is het afwachten of het een opera is waarin zij/hij sneeft (zo bij Wagner), of één waarvan – meestal na een ingreep van hogerhand of een boodschapper van verre – een gelukkig slotscène het einde vormt (zo Mozart of Gluck). Hoe zwak de plot eventueel ook, eromheen speelt waar het eigenlijk om draait: goede muziek.
Zo ook op vrijdag 3 juli. Als een donderwolk bleek ’s-middags dat het Fama & Raadgever-orgel aan een hanger leed: slechts één van de klavieren bruikbaar. Volgen vergeefse pogingen het euvel terzijde te werken door Gerard van der Zijden, die het concert onmogelijk zag worden. (Meestal zingt dan een tenor een klaagzang.) In allerijl werd contact gezocht met de orgelbouwer, die vanuit Apeldoorn op weg zou gaan. Dat op een dag waarop helder was dat de Maasdijk klem moest staan van de mensen die aan het eind van de werkdag nog even naar het strand wilden. (Rol voor commentaarzang en sfeerschildering door het koor.) Koortsachtig werd over noodscenario’s gedacht. (Altijd mooi moment voor wat aria’s terzijde.)
Nog om 19:30 uur, toen de eerste belangstellenden binnensijpelden, was de heer Dijkhuizen met het orgel aan het werk, terwijl de trompettist die vlak achter hem aan uit Kampen binnengereden moet zijn, al stond in te blazen. Mevrouw Dijkhuizen, die dit duidelijk wel eens vaker had meegemaakt, wachtte vol vertrouwen, maar duidelijk ook niet wetend of het snel genoeg in orde zou komen. (Meestal een alt, gezongen door goede bij-rol.) Pas een goed kwartier voor het concert, wiste de heer Dijkhuizen het zweet van het voorhoofd en gaf sein dat het orgel weer concertgereed was. (Bariton in duet met de alt.)
Dat had voor de fijnproevers het heerlijke effect dat het orgel niet recenter gestemd kon zijn (zeer behulpzaam bij de weersomstandigheden!), waardoor het trefzekere samenspel van Gerard van der Zijden en zijn gast-trompettist Maurice van Dijk optimaal opklonk. Aan de laatste viel goed te horen waarom hij zo’n gezochte docent klein-koper is: zo wil je kunnen blazen!
Gekozen was voor verhalende muziek. Helderst hoorbaar in Kunhnau’s Sonata I, waarin met wat aanwijzing van Van der Zijden de strijd tussen David en Goliath op de voet te volgen was. Een ware mini-opera. Van het Adagio in G heeft Giazotto in zijn nadagen toch maar toegeven dat hij het zelf schreef, met gebruik van slechts een thema van Albinoni. Een eigen verhaal van list en bedrog, wat niet wegneemt dat het stuk immense populariteit geniet. Enig grinniken welt vanzelf op bij Petrali’s 3 Versetti naar het Gloria. Van der Zijden had al aangekondigd dat je zonder voorkennis niet zou bedenken dat je naar liturgische muziek luistert; het lijken opgewekte dansjes zoals we die bij draaiorgel gewoon zijn. Afgesloten werd met een hi-five aan de wereld van ‘hafabra’: Reflections van Reginald Heath, door Van Dijk loupe-zuiver geblazen.
De heer en mevrouw Dijkhuizen waren opgetogen dat zij het concert door dit gebeuren hadden kunnen meemaken: verrast door de kwaliteit. Gevraagd naar zijn mening over het Fama & Raadgever-orgel: “Een déftig orgel. Het heeft heel fijnzinnige klankkleuren, maar een orgel moet ook kunnen grommen, en dat kán het.” (Epiloog in duet alt-bariton.)
Het openingsconcert bleek een opera met een helder opgebouwde plot, uit de richting met de gelukkige slotscéne. (Hier mogelijk gemaakt door ingreep niet ex machina, maar uit Apeldoorn.)
Harry Bodifée